Deze winter besteed ik weinig tijd aan mijn tuin. Best raar eigenlijk, want ik heb meer tijd dan ooit tevoren. Maar toch doe ik het niet. Geen blad verzamelen, geen uitgebloeide bloemen afknippen of rottende plantenresten verwijderen. Nee, dit jaar laat ik de natuur in mijn groene enclave eens gewoon lekker haar gang gaan. Om vol verbazing te ontdekken wat er allemaal gebeurt als je niets doet. Nou… dat is heel wat kan ik je vertellen. Zeker nu ik wat drinkplaatsen voor de vogels heb klaargezet en de nodige vetbollen, pindakaaspotten en pindazuilen heb opgehangen.
Het is een drukte in mijn tuin; dat wil je niet geloven. Elke dag hangt er een hele tros pimpelmezen aan de vetbollen. Volgens mij doen ze een wedstrijdje wie het meeste vet in één vlucht mee terug kan nemen. Zo rap slinken de bollen en zo vol zitten de snaveltjes als ik ze in hoog tempo zie wegvliegen.
Maar ook andere vogels zijn een trouwe bezoeker van mijn tuin geworden. Natuurlijk begroet ik dagelijks de ekster, de merel en de duif, maar nog veel mooier vind ik de groenling en de gaai, het roodborstje en het winterkoninkje, de verschillende mussen en de drie mezen (pimpel, kool en staart), de tjiftjaf en de zanglijster. En zelfs de grote bonte specht heeft een geschikte boom gevonden om tegenaan te kloppen.
Laatst maakte ik kleine rondgang en hoorde ik zacht geritsel. Twee egeltjes lagen heerlijk opgekruld in het warme gebladerte te slapen. En in mijn piepkleine vijvertje helemaal achterin de tuin dobberde pontificaal een eendje; zachtjes snaterend van zo veel geluk.
Om echt alle regels van het tuinonderhoud de tarten, heb ik al weken het tuinpad niet meer geveegd en nauwelijks belopen. En dat kronkelend pad is nu omgetoverd tot een prachtig mostapijtje. Zo groen en zacht dat ik blootsvoets terug ben gelopen.
Natuurlijk moet ik in het voorjaar weer snoeien. En als de dagen lengen en weer warmer worden, mag het resterend blad alsnog weg om al het nieuwe leven weer de ruimte te geven. Dan zit mijn vijvertje boordevol kikkervisjes en springen de eekhoorntjes weer vrolijk door de groenwordende takken. Maar tot het zover is, geniet ik van mijn tuin in haar weldadige winterslaap. De Winter-efteling is er niets bij!