Van veraf komt hij al aangestormd. Een grote labradoodle met lange flaporen. Zijn vieze vacht vol klitten. Het beest heeft duidelijk honger zo begerig snuffelt hij aan mijn rugzak waar een broodje kaas in zit. Als ik hem vermanend toespreek, gaat hij onmiddellijk zitten en kijkt mij met zijn lodderige ogen smekend aan. Wat is er met deze hond aan de hand? Waar komt hij vandaan en waarom komt hij naar mij? Ik hou helemaal niet van honden; ben zelfs bang van alles wat hond heet. Al kan ik met geen mogelijkheid bang worden van deze zwerver. Geen halsband, geen baasje in de buurt waar ik ook kijk. Nou, daar zit ik mooi mee opgescheept.
Terwijl ik verder loop, volgt de hond onmiddellijk. Als ik stilsta, doet hij dat ook. En als ik ren, rent hij vrolijk mee; zo blij lijkt hij te zijn dat hij eindelijk iemand gevonden heeft. Al is die ‘iemand’ diep in haar hart een hondenhater. “Alles beter dan niets”, hoor ik het beest denken. “Blind vertrouwen”, zeg ik tegen de hond. “Jij hebt blind vertrouwen in mij, maar het is de vraag of dat terecht is.”
Rare uitdrukking eigenlijk: ‘blind vertrouwen’. Want de hond lijkt dan wel alle vertrouwen in mij te hebben, maar hij kijkt me voortdurend aan en houdt me nauwlettend in de gaten. Verre van blind dus. “Hoe komt zo’n hond eigenlijk aan dat ‘blind vertrouwen’ en waarom hebben wij mensen dat ook heel vaak en soms juist niet?”, vraag ik mij opeens diepzinnig af.
Zojuist nog bijvoorbeeld: staat er een mannetje op een hele drukke kruising het verkeer te regelen, omdat de stoplichten buiten werking zijn. Zijn collega is druk doende in het kastje naast de weg om alles weer aan de gang te krijgen. Zonder morren volgt elke weggebruiker de aanwijzingen van de verkeersregelaar op. Als uiteindelijk de stoplichten weer werken, rijdt iedereen met groen voor zijn snuffert vrolijk door zonder zich af te vragen of niet toevallig álle verkeerslichten per abuis door de monteur op groen zijn gezet. En met hetzelfde gemak rijden we over bruggen en viaducten zonder óóit naar de bouwtekening te hebben gekeken. Om vervolgens achteloos in een lift te stappen die ons naar 13 hoog sjeest, waarbij we ons nooit afvragen of het onderhoudsplan een beetje op orde is. Blind vertrouwen!
Maar niet als het om de corona-vaccinatie gaat. Dan moeten we élk detail weten. Hoe en waar het gemaakt is? Wanneer en waarom? Wie het goedgekeurd heeft en waarom wel of niet? En wie het getransporteerd heeft en vervolgens in zal spuiten? Dan zijn we achterdochtig, want stel toch dat we voor de gek worden gehouden door farmaceut, overheid of complotmakers.
De hond heeft niet in de gaten dat ik hem voor de gek houd als ik hem liefdevol aanspreek, meeneem naar mijn auto en linea recta naar het asiel breng om hem daar zonder omkijken en schuldgevoel achter te laten. Zij gaan wel op zoek naar zijn baasje. Ik rijd rap door naar de locatie van de GGD waar ik om 16.00 uur moet zijn voor het halen van mijn 1e vaccinatie. En ik kan niet wachten om mijn mouw op te stropen en die naald er in te laten jassen. Ook al heb ik een bloedhekel aan spuiten en naalden: kom maar op met die spuit. Blind vertrouwen!
Lees ook de andere verhalen uit de serie ‘het Coronatijdperk‘:
Coronastilte – Als de strandlantaarns branden – Blind vertrouwen – De aanhouder wint – Persco – Toen iedereen danste – Avondklok
Mooi!!!
LikeLike
Heel goed verhaal Sylvia !
LikeLike
Heel leuk om te lezen. Mooie link naar het Corona vaccin. Ik vind het spannend allemaal maar ook ik ga er maar blind op vertrouwen!
LikeLike
Je hebt een leuke schrijfstijl, leest makkelijk en met een mooie boodschap.
LikeLike
Goed verhaal!
LikeLike