Het is zondag 7 februari 2021 en buiten geeft de thermometer de indrukwekkende temperatuur van -5 graden aan. Na een nacht en een dag van aanhoudende sneeuw is de wereld weer eens oogverblindend wit. Niet donker en grauw zoals het de laatste maanden veelal was. Nee… maagdelijk wit: veroorzaakt door een pak sneeuw van wel 20 cm dik. En ik moet naar buiten. Ben niet meer te houden. Ik doe mijn laarzen, dikke jack en handschoenen aan en stamp over het tuinpad. Onder mijn schoenen knispert de sneeuw. Dat heerlijke, onmiskenbare geluid van verse sneeuw die aangetrapt wordt. Sneeuw die opgeraapt moet worden. Dus handschoenen uit en een mooie bal draaien. En hup… daar suist een sneeuwbal richting de vriend en nog een richting de buurman. De mannen beantwoorden deze aanval met een regen van sneeuwballen. De buren komen naar buiten en iedereen lacht en speelt.
En dan staat er opeens een buurkindje huilend voor mijn neus. Zijn wangetjes zijn vuurrood van de kou. Met een jammerlijk stemmetje vertelt hij dat hij net met de andere kinderen uit de buurt een hele grote sneeuwman heeft gemaakt. Dat was leuk, maar nu zijn zijn wantjes kleddernat en doen zijn handjes zoveel pijn dat hij niet meer mee kan doen.
Het beeld van deze verkleumde dreumes brengt mij 58 jaar terug in de tijd. Want toen werd in de nacht van 7 op 8 februari 1963 mijn broertje geboren. Deze nacht was de koudste nacht sinds mensenheugenis. Het was dan ook een hele klus om mijn moeder met haar aankomend kind op temperatuur te houden. In mijn ouderlijk huis hadden we alleen in de woonkamer een kolenkachel. Overdag, als hij flink opgepookt was, brandde de kachel lekker, maar ’s nachts werd het vuurtje gedoofd. In de slaapkamers stonden de ijsbloemen op de ruiten en binnen vroor het zowat net zo hard als buiten. De vroedvrouw rolde de ene na de andere warme kruik door het bed en mijn moeder perste zich warm in haar barensnood. Mijn broertje was een flinke 9 ponder. Het kind werd bewonderd en gewassen en snel in een bedje gestopt om warm te blijven.
Maar het kind bleef niet warm. Op die eerste dag van zijn leventje raakte mijn broertje ernstig onderkoeld en ging hij bijna linea recta naar de hemel. Ons mam bad de Heilige Maagd Maria onder het kruis vandaan waardoor Maria niet kon weigeren om het kind te redden. Als dank beloofde mijn moeder dat ze mijn broertje 7 jaar lang alleen maar in het blauw zou kleden. Stond dat kind overigens prachtig en hij bofte want als enige in ons gezin liep hij altijd in nieuwe kleren. Onze kleine, blauwe smurf is inmiddels een beer van een vent van 58. Met hem is het helemaal goed gekomen.
Maar nu snel terug naar de kleine dreumes. Want met zijn onderkoelde handjes moet ook hij gered worden. Snel trek ik de natte wanten uit, wrijf zijn handjes warm en geef hem meteen een flinke sneeuwbal. Kom op: gooien! En meteen maken we een nieuwe bal. We mikken op de buurman. Raak! Het spel verwarmt zijn handjes en al gauw heeft het manneke weer de grootste pret.
Sneeuw maakt grote mensen klein en kleine mensen groot. Mooi toch?
Wat een prachtig verhaal. Het brengt de herinneringen weer terug in de tijd. Het huis met de kolenkachel, ijsbloemen op de ramen, de Maria-verering van ons mam.
Zo mooi hoe jij die herinneringen levendig houdt. Ik geniet ervan.
Ik hoop op nog meer mooie verhalen!
LikeLike