“Ik herken je wel in je verhaaltjes”, schrijft mijn eerste vriendje van toen ik 15 jaar oud was. De verkering duurde een serieus aantal jaren. Lang genoeg om elkaar echt goed te leren kennen, maar niet lang genoeg om trouw te durven beloven tot de dood ons zou scheiden. “Zo jong moet je vooral ook nog fladderen”, zei mijn vader tot mijn grote verbazing toen ik hem na het uitblijven van het nodige liefdesverdriet vertelde dat de verkering over was.
De eerste verkering en ik zien elkaar nog af en toe op de verjaardagen van mijn zus. Vaak genoeg om te constateren hoe de tijd op ons inwerkt, maar absoluut niet genoeg om elkaars levens te kunnen blijven volgen. Des te meer was ik dan ook onder de indruk van zijn opmerking. Zou ik in mijn huidige verhaaltjes, ruim 40 jaar later, nog steeds hetzelfde beeld neerzetten als wat ik toen als jonge meid liet zien? Ben ik ondanks mijn werk en levenservaring, ondanks alle opleidingen, trainingen, coachingstrajecten en ja, zelfs therapieën, in essentie nog steeds dezelfde? Dat vind ik toch wel heel bijzonder. Want wat is het dan waar mensen je aan herkennen en wat zo onlosmakelijk door alle tijden heen aan je verbonden blijft?
Al mijmerend over dit filosofisch dilemma ga ik naar de zolder om wat oude rommel op te ruimen. In stoffige dozen kom ik rapporten van de lagere school en latere scripties en zelfs functioneringsgesprekken tegen. Van opruimen komt helemaal niets meer terecht. Het wordt lezen en nog eens lezen. En verrek… nou maak ik hier, hardop pratend in mezelf, de opmerking die het eerste vriendje eerder ook al maakte: “Ik herken mezelf nog volledig in al die verslagen. Eigenlijk ben ik geen spat veranderd.”
Tijdens een lange wandeling denk ik na over deze bijzondere ontdekking. Dus in dit ouder wordend lijf zit nog steeds de jonge meid die rond haar 20ste al alles in huis heeft waar ze de rest van haar leven mee voort kan? Het lijf wordt ouder, de geest rijker, maar in essentie ben je wie je altijd al was. Ik vind het een indrukwekkende gewaarwording! Zijn wie je altijd al was. Dank voor je prachtige opmerking, vriendje van toen.
Ik ben en ik blijf wie ik altijd al was.