Het tegendraadse boompje

Ik heb daar toch behoorlijk wat moeite mee. Dat varkens vetgemest worden om ons van kiloknallers te voorzien. Dat ganzen het eten door de strot geduwd krijgen, zodat wij later lekkere ganzenlever kunnen nuttigen. En dat kippen, als ze twee weken langer mogen leven al het keurmerk ‘Beter Leven‘ krijgen toebedeeld. Er zijn nog meer arme dieren op te voeren, maar je begrijpt de strekking van mijn ongenoegen vast wel.

Toch is er nog één voorbeeld – niet over een dier maar over een boompje – dat ik aan de opsomming moet toevoegen. Omdat het té gek is voor woorden. Hoe bedenk je het?

Op een van mijn fietstochten kwam ik langs een teler van allerlei bomen. Ik bewonderde de lange rijen en dacht: Hier moet ik binnenkort eens gaan kijken voor de inrichting van mijn nieuwe tuin. Totdat ik een bomenrij passeerde die er wel heel erg gek uitzag. Tussen de stam en de takken waren talloze houtjes gespannen. Nieuwsgierig naar de reden van deze houtkunst, sprak ik een man aan die druk aan het werk was om alle takken van een klein boompje van houtjes te voorzien.

“Deze rotzak wil niet meewerken“, zei de man geïrriteerd toen ik van mijn fiets afstapte en zijn werk aandachtig bekeek. “Dit is nou al de tiende keer dat ik de houtjes stevig vastmaak, maar elke morgen liggen ze allemaal weer op de grond en staat het boompje met haar rommelige takken vrolijk te pronken in de ochtendzon.“

“Waarom doet u dat met die houtjes?“, vroeg ik de man oprecht geïnteresseerd. “De mensen willen nette boompjes die keurig de kant opgroeien die ik bepaal“, legde de teler geduldig uit. “Ze willen geen rommelige boompjes in hun tuin. Het boompje moet strak en recht zijn anders krijg ik het niet verkocht.“ “Ik denk dat we hier dan te maken hebben met een tegendraads boompje dat zélf wil bepalen hoe zij er uit ziet en zich niet door een kweker willen laten ringeloren“, was mijn conclusie.

“Zou ik dit weerbarstige boompje van u mogen kopen?“, vroeg ik de man hoopvol, want ik was op slag verliefd geworden op dit eigenwijze boompje. Ik kon niet wachten om het in mijn tuin te zetten waar het van mij alle kanten op zou mogen groeien die het maar wilde. “Je mag het zo meenemen“, zei de teler boos. “Ik kan er niets mee beginnen en ik ben het beu om elke morgen weer opnieuw de spalken aan te brengen.“

Hij haalde het boompje met een flinke kluit uit de grond, stopte het in een zak en duwde het in mijn handen. Gelukkig wilde hij mij ook nog wel van een touw voorzien. Behoedzaam fietste ik met het boompje als een kleinood op mijn rug huiswaarts om de kleine rakker meteen weer lekker in de volle grond te zetten waar hij nu heerlijk eigenwijs alle kanten op groeit.

Moraal van het verhaal: geef de natuur gewoon de ruimte die zij nodig heeft, want dan is zij op haar mooist!

Deel 2.0 uit de serie: Kinderverhalen voor volwassenen
(lees ook het eerdere verhaal uit deze serie over het veulentje dat een panter wilde zijn)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: