


Voor de zoveelste keer in de afgelopen maanden open ik wéér alle kasten in mijn woonkamer en keuken voor een opruimronde. Ik verzamel de oude kopjes en glazen die nu eindelijk eens naar de kringloop mogen. Kookboeken waar ik toch nooit in kijk, gaan naar iemand die nog graag vanuit het boek kokkerelt. Ik zoek mijn recepten wel op internet. Romans die genoegzaam zijn gelezen, zet ik apart voor het boekenkastje dat binnenkort in mijn voortuin prijkt. En het roomstelletje van oma dat lange tijd aan mijn opruimwoede wist te ontkomen, moet er deze keer wél aan geloven. Suikerpotjes zijn uit de gratie gevallen; ik gebruik al jaren geen suiker meer in mijn koffie en thee. En het oude melkkannetje is zo craquelé geworden, dat ook dit kleinood niet meer met goed fatsoen op tafel gezet kan worden.
En dan stuit ik daar – helemaal achterin een keukenkastje – opeens op een bruin serviesje; gekocht van mijn eerste salaris. Net aan de slag gegaan als psychiatrisch verpleegkundige; amper 18 jaar en nog zo blue als wat. ‘Lekker thuis blijven wonen’, was door de onregelmatige diensten van meet af aan geen optie. Geen bus of trein die mij veilig kon halen en brengen. Dus moest ik – niet geheel vrijwillig – meteen op kamers. Wat deed ik een hoop moeite om mijn kleine kamertje gezellig te maken en om het leven als ‘student in de grote stad’ een beetje dragelijk te laten zijn. En wat heb ik vaak met dit serviesje koffie of thee gezet of een ontbijtje gemaakt voor mijn studiegenoten na een nacht flink doorhalen.
Ik heb de neiging om het kleinood dat zo herinnert aan mijn studententijd weer behoedzaam terug te zetten: het is nog zo onbeschadigd en compleet. Maar ja… het staat inmiddels ook al 40 jaar onaangeroerd in de kast! Dus neem ik rigoureus het besluit om het op marktplaats te zetten.
Aan het einde van de dag zijn mijn kasten een stuk leger, maar zit mijn hoofd vol herinneringen. Ik sluit de dag af met een flinke wandeling, want inmiddels weet ik uit ervaring dat ook de planken van het hoofd met regelmaat een grondige opruimbeurt nodig hebben. Of zoals mijn lieve vader altijd zei: “Hou het hoofd in top, maar het getob uit het hoofd.“
Het theeserviesje is inmiddels verkocht aan een lieve mevrouw uit het Noorden van het land. Als haar pleegkinderen ’s middags uit school komen, wacht zij hen op met aandacht, een kopje thee en iets lekkers. En zo worden er weer kostbare, nieuwe herinneringen gemaakt.