


Ooit was hij een goed opgeleide man met een behoorlijk hoge functie. Hij ontwierp moeilijke dingen die vaak het begin waren van nieuwe technologieën. Maar nu… nu is hij een man op leeftijd in de laatste fase van een genadeloze dementie. Een man voor wie alle normale, dagelijkse handelingen zijn verworden tot onuitvoerbare hindernissen. Taal bestaat niet meer en begrip al evenmin.
Stil kijkt meneer Rahoul de hele dag voor zich uit, niet wetend wat hij ziet, hoort, voelt of ruikt. Als hij een lekker bordje eten krijgt, kan hij niet beginnen; hij heeft geen flauw benul van wat hij moet doen met hetgeen voor hem staat. Als een verzorger deze kwetsbare man kleine hapjes eten aanreikt, kijkt hij verbaasd naar de lepel voor zijn mond.
Op een avond zit ik naast hem tijdens de maaltijd. Ik smeer een boterham en vraag wat ik er op moet doen, wetend dat ik het antwoord niet zal krijgen. Ik beleg de boterham met kaas. Dochter Marja vertelde vorige week nog dat haar vader kaas altijd erg lekker vond. Ik snijd het brood in kleine blokjes en leg enkele stukjes op zijn bord in de hoop dat hij ze zelf oppakt. Maar er gebeurt niets. Niets anders dan dat meneer Rahoul mij verwachtingsvol aankijkt. Intuïtief leg ik nóg een paar blokjes brood op zijn bord. En dan pakt deze lieve man drie blokjes in zijn hand; niet om ze op te eten maar om er mee te gaan bouwen. Langzaam en met veel gevoel voor precisie worden de broodblokjes gestapeld. Ik smeer snel nog een paar boterhammen om de voorraad aan te vullen en leg de blokjes één voor één op zijn bord. Het bouwen gaat door. En terwijl medebewoners al lang aan de koffie zitten, kijk ik vol spanning toe hoe dit verder gaat.
Als uiteindelijk, tergend langzaam, vier boterhammen zijn gestapeld kijkt meneer Rahoul mij genoegzaam aan… en dan begint hij te eten. Blokje voor blokje wordt alles tot het laatste stukje opgegeten. Ik ben met stomheid geslagen, maar geniet van dit prachtige schouwspel. Door eerst weer ‘aan het werk te gaan’ in zijn oude rol als techneut lukt het deze man uiteindelijk om weer zoiets ‘gewoons’ te doen als een boterham eten.
Na deze avond hebben we nog heel vaak samen boterhammen gestapeld. En met succes; de torens werden steeds hoger en het eten ging steeds beter.
Deze situatie is naar waarheid opgetekend en speelt zich af in zorgcentrum voor mensen met dementie waar ik op dat moment leidinggevende ben.
Lees ook de andere verhalen uit de serie ‘De dingen die voorbij gaan‘:
Hangplek voor ouderen – Een goed verhaal – Alles onder controle – Stroopwafel – Kledingadviezen – Engelengeduld
Prachtig emotioneel verhaal lieve Sylvia
LikeLike
Wat een mooi en ontroerend verhaal. Jouw geduld werd een beloning voor beiden. Wat fijn voor deze man dat je dit voor hem kon doen.
LikeLike