


Het zit er op: mijn eerste honderd dagen in Wageningen. En net als staatshoofden, politici en managers zal ik mijn bevindingen over deze periode met jullie delen. Niet dat ik al zo veel heb gedaan of heb meegemaakt, maar toch.
Ik heb ervaren dat Wageningen best makkelijk went. Dat komt vooral, omdat het merendeel van de mensen dat hier woont van elders komt. Uit China, Afrika, Spanje, de Randstad, Groningen, Zeeland, Limburg en gelukkig ook heel vaak uit mijn eigen Brabant. En dat schept natuurlijk een band! Want iedereen begrijpt dat ik mijn weg nog moet vinden, nog behoorlijk moet wennen. Die fase hebben ze immers zelf ook meegemaakt of ze zitten er nog midden in. “Om gewend te raken heb je een jaartje nodig”, is dan ook hetgeen iedereen mij steevast verzekerd. “Even alle seizoenen, de feestdagen en alle verjaardagen op je nieuwe plek meemaken en pas dán gaat alles vertrouwd voelen.”
Wat trouwens al wél aardig in mijn routine zit, is de markt op zaterdag. Daar fiets ik nu elke week na het sporten naar toe om er voor zeer acceptabele prijzen de lekkerste groenten en fruit, noten, olijven en kazen te kopen. En natuurlijk de worstenbroodjes van het Stoepje.
Al heel snel ben ik het afgeleerd om met de auto ergens heen te gaan. Niet te doen! In Wageningen doet men alles op de fiets. Zie je ouders met bakfietsen rijden, volgeladen met kinderen en spullen. Versjouwen studenten hun hele huisraad op de fiets en zie je de bikkels stevig doortrappen: weer of geen weer. Het eerste wat je hier dan ook aanschaft is een goed regenpak. Fietsers hebben in Wageningen bijna overal voorrang. Ze komen van alle kanten waardoor het voor automobilisten een hele opgave is om niemand van de wielen te rijden. Nee, de auto staat hier vooral thuis.
Wat je in Wageningen beslist niet zult zien, is meisjes (en al helemaal geen jongens) op hoge hakken of extravagant geklede mensen. En ook mensen met make up zijn zwaar in de minderheid. Hier is men vooral ‘natural’: onopvallend en down to earth. Draagt men bij voorkeur een trui, of shirt en makkelijke schoenen en is de handtas vaak een rugzak. Zal zeker wel door de WUR komen. Daar is immers iedereen op de een of andere manier met onze aardbol bezig. In Wageningen vind je dan ook heel veel natuurliefhebbers; mensen die graag wandelen en fietsen, die vol enthousiasme over vogels praten en alles van bomen en bloemen weten. En zeker ook mensen die zich door de klimaatcrisis grote zorgen maken over de toekomst en daarom actief bezig zijn met het verkleinen van hun eigen footprint. Duurzaamheid is hier een alledaags begrip.
In Wageningen wordt het filmhuis gerund door vrijwilligers. Wordt er een keer per maand na de film een maaltijd geserveerd waarbij de recepten rouleren over verre landen en asielzoekers meehelpen in de voorbereiding. In Wageningen is het heel normaal dat je op straat allerlei talen hoort en dat de sportinstructeur de les tweetalig brengt. Hierdoor lijkt de stad soms meer op een metropool dan op het uit de kluiten gewassen dorp dat Wageningen eigenlijk nog altijd is. Het winkelcentrum is best een beetje saai en ook het uitgaansleven is nou niet echt spannend te noemen. Maar… de eerste honderd dagen zijn omgevlogen. Wageningen went makkelijk en goed.
Welkom in Wageningen