


“Hoe voelde jij je toen je 16 was?”, vraagt een vriendin. We genieten van een oude port en hebben een boeiend gesprek over ouder worden, vervlogen dromen en de eens zo hooggespannen verwachtingen van het leven. En we knikken instemmend als we concluderen dat jongeren het tegenwoordig moeilijker hebben dan ooit tevoren. Al trek ik dat laatste stiekem toch enigszins in twijfel. Hadden wij het als pubers zo veel makkelijker dan?
Haar vraag brengt mij in een flits zo’n 45 jaar terug in de tijd. Terug bij die verlegen, stille meid die ik toen als 16-jarige was. Wat was ik onzeker. Onzeker over… tja waarover eigenlijk niet? Over mijn kapsel, mijn bril, mijn pukkels, mijn kleding. Was ik te dik, te dun, te klein, te groot? Groeiden mijn borsten wel hard genoeg? Had ik wel genoeg vriendinnen en waren het de juiste? Zou ik uitgenodigd worden voor dat feestje? En: moest ik nou wel of niet gaan als ik er helemaal geen zin had? Waar zat ik eigenlijk in de pikorde van de klas nu duidelijk was dat ik niet bij de meest populaire meiden hoorde? Hoe kwam ik aan een beetje extra geld? Wanneer mocht ik eens uitgaan zo lang als ik wilde? Met wie kon ik op vakantie nu ik niet meer met mijn ouders meeging? Welke studie moest ik kiezen? En hoe kon je überhaupt iets kiezen als er zo veel te kiezen valt? Wat wilde ik eigenlijk worden en wanneer hoorde je dat te weten? Enzovoorts, enzovoorts: een en al onzekerheid.
Als 16 jarige wist ik absoluut niet wat ik wilde worden een ook nadien heb ik daar nooit een uitgesproken mening over gekregen. Zóveel beroepen waren leuk of interessant. Het is uiteindelijk dan ook van alles geworden. Ook na zo’n 40 jaar werken heb ik nog altijd geen enkele focus: er is nog steeds té veel de moeite waard om te verkennen.
Als 16-jarige dient ‘De Toekomst’ zich aan als één grote, wereldreis waar je met nieuwsgierigheid, ongeduld en onwetendheid tegenaan kijkt. Het hele pad ligt nog open; alles, maar dan ook alles is nieuw. In de bladen, de reclames en de films lijken ze ‘het’ te weten, maar ik wist ‘het’ niet. Geen wonder dat onzekerheid dan ook de boventoon voert. Onzekerheid over veel en vooral over mezelf. Als ik nu foto’s terugzie uit die tijd overvalt mij een gevoel van spijt. Spijt dat ik niet met wat meer mildheid en geduld naar mezelf kon kijken. Spijt dat ik zo hard oordeelde over mijn uiterlijk, omdat ik dacht dat iedereen dat deed.
Waarom zag ik niet hoe mooi, lief, slim en leuk ik toen al was? Zo jammer dat ik nu pas weet hoeveel ik als 16-jarige al in mijn mars had. Hoeveel ik nog zou groeien en hoeveel ik nog mocht ontdekken. Dus: Hoe voelde ik mij toen ik 16 was? Zoals alle 16-jarigen vandaag de dag zich nog steeds voelen: onzeker, omdat ze aan alles twijfelen en het vooral heel erg moeilijk hebben.
Sweet 16
Mooi hoor. Mijn 17-jarige fluit overal doorheen. Mijn 14-jarige pubert iets meer. Toen ik 16 was, was de situatie heel anders.
LikeLike