Hoe je het ook wendt of keert…

Ik ben al lang niet meer zo gelovig als vroeger, maar toch heb ik nog altijd een zwak voor het feest van Pasen. De overtuiging dat de dood nooit het einde kan zijn, dat er altijd weer een nieuw begin is, zich nieuw leven aandient, spreekt mij heel erg aan. Want met alle huidige crisissen en oorlogen is het juist dát geloof dat mensen moed blijft geven.

Ik heb het feest van Pasen natuurlijk leren kennen vanuit mijn katholieke opvoeding. Maar wist je dat alle feestdagen uit het christelijk geloof eigenlijk ontstaan zijn als zoethoudertje voor de tot christen bekeerde heidenen? Toen eind achtste eeuw alle heidenen in de Lage Landen met harde hand waren gekerstend, betekende dat nog niet dat ze hun oude gewoontes direct loslieten. In tegendeel: de Germanen probeerden uit alle macht hun tradities in stand te houden. Dus moesten de christenen wel een list verzinnen om het volk in bedwang te houden. En zo gebeurde het dat alle heidense gebruiken, in iets aangepaste vorm, opgenomen werden in de christelijke rituelen. Het aloude heidense midwinterfeest, gericht op de terugkeer van het licht, veranderde in Kerstmis. En het heidense vruchtbaarheidsfeest dat eind maart de start van de lente markeerde, werd omgetoverd tot Pasen.

Heidense feesten markeerden de wendingen in de natuur. Om te overleven waren de mensen immers volledig aangewezen op de natuur. Als rond 21 maart de lente zich aandiende, kon men eindelijk weer het land op om te zaaien en te ploegen. Bij zo’n belangrijk wende werden de goden uitgebreid geëerd in de hoop een goede opbrengst te krijgen. Het lentefeest zat dan ook vol met vruchtbaarheidsrituelen. Rituelen die bijna één op één overgenomen zijn in ons latere Paasfeest. De haas die zich razendsnel voortplant is van oudsher hét symbool van de vruchtbaarheid en het ei symboliseert al eeuwenlang het ontkiemende leven. Zelfs de Palmpaasstok met het ontluikend bladgroen en het broodhaantje in de top vind je één op één terug bij de heidense lentefeesten.

Als rond 21 juni zich de langste dag van het jaar aandient, zijn warmte en licht op hun hoogtepunt. Hét moment voor onze voorouders om de vreugdevuren aan te steken. De katholieken vieren dit moment nog altijd met het Sint Jansfeest, genoemd naar Johannes de Doper. Rond 21 september zijn dag en nacht even lang. Na deze datum krijgt het donker steeds meer de overhand. De natuur trekt zich terug voor de winter en ook de mens bereidde zich indertijd voor op een lange, koude, donkere en vooral moeilijke tijd. Wat kon men anders dan rond het vuur zitten en uitkijken naar de terugkeer van het licht? Gelukkig was er op 31 oktober nog wel het Samhain, de Keltische naam voor ons huidige Halloween. Met grote vuren en offers werd het einde van het oogstseizoen gevierd. Een datum ook waarop volgens de Germanen de grens tussen de mensenwereld en de wereld van geesten, elfen en andere wezens flinterdun was waardoor deze wezens over konden steken naar onze wereld en zichtbaar werden voor mensen.

Veel vuren en kaarsen bij Samhain, maar het échte lichtjesfeest was natuurlijk de midwinterviering rond 21 december, ons huidige Kerstmis. Wist je dat we onze gewoonte om tijdens kerst overvloedig te eten van onze voorouders hebben overgenomen? Voor de oude Germanen waren de schranspartijen tijdens de midwinterviering pure offermaaltijden. Immers alles wat je at en dronk was bestemd voor de goden. Dus hoe meer je op kon, hoe beter. En wat te denken van al het kerstgroen dat we met kerst het huis inslepen? Van oudsher is de groenblijvende hulst een heilige boom die geluk en bescherming biedt. Tijdens het midwinterfeest haalden de Germanen dit groen naar binnen om het te versieren met appels en noten. Later kwam daar nog de naaldboom bij die in of voor het huis werd gezet en natuurlijk waren er heel veel lichtjes. Het Germaanse midwinterfeest duurde maar liefst twaalf nachten. En laat dat nou precies overeenkomen met de tijd tussen kerst en Driekoningen. Daartussen vieren we tegenwoordig nog Oud en Nieuw’ een feest dat de Germanen helemaal niet kenden, maar de bijbehorende tradities hebben wij volledig overgenomen uit hun winterperiode. Vuur en lawaai zijn voor de Germanen dé middelen om kwade geesten te verjagen En ook het klinken van de glazen werd gedaan om de boze geesten uit de drank te doen opschrikken en op de vlucht te jagen. Is er nog iets van waarde dat de christenen zélf verzonnen hebben?

Met Pasen in het vooruitzicht wilde ik je deze kleine geschiedkundige duiding niet onthouden. Mooi toch dat hoe je het ook wendt of keert, alles is terug te voeren op de natuur en hoe wij daar mee omgaan.

Dus klink met Pasen de glazen. Verjaag de boze geesten en begroet het licht en al het nieuw leven. Want dat komt terug. Altijd, hoe je het ook wendt of keert!

Eén opmerking over 'Hoe je het ook wendt of keert…'

  1. Op zich werkt het nog steeds zo. Het maakt niet uit wat voor feest je viert, als je maar feest viert. Vandaar dat we nu Haloween, Oktoberfesten en midzomerdagfeesten hebben in Nederland.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: