


Fietsen door het Brabantse land is toch écht wel wat anders dan fietsen door Gelderland of Utrecht. Deze twee provincies zijn mijn fietsland geworden nu ik al weer een jaartje in Wageningen woon. Mooi hoor, daar zal ik niets van zeggen. Maar waar ik in Brabant lekker urenlang kon toeren over vlakke wegen, moet ik nu om de haverklap een heuse ‘berg’ bedwingen. Nee… geen échte berg natuurlijk; die vind je niet in Nederland. Maar wel serieuze heuvels die vanwege de pittige klimmetjes met recht de naam van een berg hebben gekregen.
Verlaat je Wageningen aan de westkant richting Rhenen dan stoot je al meteen op de Grebbeberg: behoorlijk lange klim en best wel zwaar. Hier heeft je fiets beslist een klein verzetje nodig. Maar de Grebbeberg is nog niets bij de Wageningse berg aan de Oostkant van Wageningen. OMG, wat een kuitenbijter. Eenmaal boven heb je een prachtig uitzicht over de uiterwaarden en de Rijn, maar voordat je eens boven bent.
Ook als je Wageningen richting Arnhem verlaat, krijg je heel wat klimmetjes en snelle afdalingen voor de kiezen om uiteindelijk op de Posbank uit te komen. Prachtig mooi gebied; moet je zéker een keer naar toe gaan! Maar ben je de Schietbergseweg wel eens op of af gegaan? Gewoon niet te doen. Snelle jongens en meiden stormen hier op hun racefiets met een snelheid van zo’n 60-70 km/uur naar beneden en ook auto’s rijden hier altijd veel te hard. En jij maar klimmen alsof er nooit een einde aan gaat komen. Nou dan wil je wel even uitrusten in het Posbankpaviljoen voordat je weer de moed hebt om aan de die akelig stijle Italiaanseweg of Holleweg te beginnen. En nou heb ik alle ‘bergen’ op de Utrechtse heuvelrug nog niet eens genoemd. Fietsen in de omgeving van Wageningen is klimmen en dalen, klimmen en dalen. Nee, dit lijkt in de verste verte niet op mijn Brabant, mijn heerlijk vlakke land.
‘Klimmen en dalen moet je leren’, krijg ik hier regelmatig van ervaren wielrenners te horen. Maar laat ik beide nou nooit geleerd hebben. En een natuurtalent ben ik al helemaal niet: als ik met veel moeite een berg beklommen heb, durf ik met geen mogelijkheid los te gaan in de afdaling.
Toch zal ik het moeten leren, want het is hier niet anders: klimmen en dalen telkens weer klimmen en dalen.