


Het was juli vorig jaar toen ik op mijn werk heel veel boze mailtjes ontving van hevig verontwaardigde mensen in de omgeving van Schoorl. In hun berichten spuugden ze op allerlei manieren hun gal over het belachelijke, kortzichtige en absurde handelen van Staatsbosbeheer. Want wat was het geval? Staatsbosbeheer was zonder hun goedkeuring begonnen aan een kaalslag onder de prachtig grote dennen in de Schoorlse duinen. Idioot gewoon!
“Iedereen roept dat er méér bomen moeten komen en nou haalt zo’n elitaire club als Staatsbosbeheer het in zijn botte harses om complete hectares bos met de grond gelijk te maken. Gewoon omzagen en wegslepen! En wat achterblijft is een compleet kale vlakte waar dan volgens Staatsbosbeheer weer stuifduinen moeten komen, omdat deze gelden als het oorspronkelijke landschap van dit gebied. Nou ja zeg!”
De schrijvers van de boze berichten zijn het hier dus absoluut niet mee eens en laten ons dat duidelijk weten. Ze zijn boos; méér dan boos. Ze voelen zich niet gehoord, worden zelfs miskend, want zij zijn het die al jarenlang élke dag met de hond door de Schoorlse duinen lopen. Dat mooie stuk bos is van hen en van niemand anders. Daar moet Staatsbosbeheer met zijn tengels vanaf blijven.
En nu moeten mijn collega’s dit oplossen. Tenminste dat is de opdracht waar zo’n beetje elk bericht mee eindigt. Mijn collega’s moeten de gemeente en Staatsbosbeheer onder druk zetten en sancties opleggen, want mijn collega’s schrijven dikke rapporten over hoe we in Nederland meer bomen en bossen kunnen krijgen. Dus dan is het ook onze verantwoordelijkheid dat het nu hélemaal mis gaat.
Als ik de klagers in nette bewoordingen laat weten ‘dat wij de boosheid begrijpen, maar helaas in dit geval niets voor hen kunnen doen’, is het hek helemaal van de dam. We móeten en we zúllen. Desnoods dagen de klagers ons voor het gerecht.
Ik snap die boosheid van de Schoorlse bevolking wel. Ook ik zag in mijn geliefde Maashorst met regelmaat dikke bomen omgaan en grote, open vlaktes in het bos ontstaan waar ik niets van begreep. Ook ik was boos en schold in gedachten op de verantwoordelijk wethouder die zich weer zo nodig moest laten gelden in ‘mijn’ natuurgebied.
Maar afgelopen week struinde ik zelf door de Schoorlse duinen en bijna bij élk pad zag ik een bordje staan met de titel ‘Dunning’ waarna glashelder werd uitgelegd waarom hier een groot aantal bomen moet verdwijnen. Het monotone dennenbos wordt zo snel mogelijk omgebogen naar een meer Atlantisch duinbos; een gevarieerd, gemengd bos met veel meer biodiversiteit en daarmee ook veel meer weerbaarheid voor de toekomst. Een monocultuur is immers veel gevoeliger voor allerlei ziektes en plagen en herbergt veel minder planten, insecten, vlinders, vogels enzovoorts. Die ‘dunning’ van het bos móet gewoon gebeuren anders houden we op de langere termijn geen bos meer over.
Maar hadden ze nou niet van meet af aan al die mensen die dagelijks door dit gebied wandelen, kunnen betrekken en informeren? Dat had een hoop ergernis kunnen voorkomen en mij een hoop extra drukte op het werk bespaart.
Dunnen dus.