


Ik ben veel met taal bezig. Dat zal niemand verbazen. Ik geniet van mooie woorden en goed geformuleerde zinnen, al krijg ik steeds vaker last van de negatieve sfeer die zeker ook met taal opgeroepen kan worden. De ene crisis is nog niet voorbij of de volgende dient zich al weer aan: klimaatcrisis, energiecrisis, stikstofcrisis, kabinetscrisis, woningcrisis, asielcrisis… Woorden die levensgrote problemen aankaarten.
Overlast: ook een woord dat zich steeds meer laat gelden. Stankoverlast, geluidsoverlast, duivenoverlast, drugsoverlast, verkeersoverlast vuurwerkoverlast, slagschaduwoverlast en de laatste tijd heel veel wateroverlast. Daarnaast is ons woordgebruik tegenwoordig doordrenkt met schaamte: vliegschaamte, bestuursschaamte, bezorgschaamte (jawel, ze staan in de Dikke van Dale), baarschaamte, barbequeschaamte, doucheschaamte, suikerschaamte, vleesschaamte, tegelschaamte. En natuurlijk sproeischaamte, want wie durft na een gortdroge dag nog met goed fatsoen zijn tuin te sproeien?
Ouderschaamte heb ik zelfs ook al gehoord. Kinderen blijken zich vaker dan ooit tevoren voor het gedrag van hun ouders te schamen. Maar als ‘ouderschaamte’ bestaat dan kan ‘kindschaamte’ niet uitblijven; die jonge voetbalhooligan of drugskoerier zal je kind maar wezen. Tekorten, ook daar worden we mee dood gegooid: personeelstekorten, financiële tekorten, het tekort aan huisartsen, begrotingstekort, ijzertekort. En wat dacht je van ‘gebrek’? Tijdgebrek, geldgebrek…
Ik hou er over op. Zo veel crisissen, overlast, tekorten en zo veel schaamte. Onmogelijk om te ontkomen aan de wurgende greep van deze negatieve woorden. Maar gelukkig kwam ik kort geleden een woord tegen waar ik echt heel blij van werd: Afstreepvreugde!
‘Afstreepvreugde’ beschrijft wat mij betreft ongelooflijk goed het gevoel dat ik heb bij het doorstrepen van allerlei belangrijke en onbenullige acties die dagelijks op mijn lijstje staan. Niets is zo handig als een lijstje maken van álle dingen die op een dag moeten gebeuren. Zelfs de kleinste acties voeg ik toe: boodschappen doen, iemand bellen, de was ophangen. Alles, maar dan ook echt alles prijkt op mijn to-do-lijstje. En niets komt in de buurt van het gelukzalige gevoel als ik iets van dat lijstje kan doorstrepen. Pure geluksmomentjes op één dag.
Maar met de ontdekking van het prachtige woord ‘Afstreepvreugde’ waar zelfs de Volkskrant onlangs een heel artikel aan wijdde, moet ik ook constateren dat ik niets aparts ben met mijn lijstjes. Zowat de hele Nederlandse bevolking blijkt lijstjes te maken en grote vreugde te halen uit die idiote doorstreepgewoonte. Al zijn de Duitsers nóg veel erger; die gaan écht helemaal los op het maken van lijstjes en het doorstrepen van hun acties. De Duitser hebben het over ‘Entlistungsfreude’.
Maar wij houden het bij ‘Afstreepvreugde’: wat een prachtig woord!
haha, herkenbaar
LikeGeliked door 1 persoon
Het is een geweldig woord, dat helemaal de lading dekt. Lijstjes zijn super en maakt de zaken wat overzichtelijker en dus is dat rustiger in je hoof. Ik doe het wel op papier, maar meestal maak ik ze op de computer met Plaknotities. Je verwijdert wat er gedaan is, dus je ziet het allemaal minder worden.
LikeGeliked door 1 persoon