


Ik ben écht een pacifist. Altijd al geweest. Dus als er in mijn tijd een dienstplicht zou zijn geweest voor vrouwen, dan had ik er alles aan gedaan om daar onderuit te komen. Je moet mij geen geweer in de handen drukken en in een gevecht zou ik waardeloos zijn voor mijn maten. Ik zou meteen de wapens neerleggen, zeggen dat we op moeten houden met die onzin en dat we lief moeten zijn voor elkaar. ‘Make love, not war!’, zou ik roepen. Zelfs kinderspelletjes met wapens gaan mij al te ver.
Maar gek genoeg ben ik een jaar geleden tóch aangesloten bij een leger. Bij toeval kwam ik de initiatiefnemers op het spoor: vier enthousiaste jongens. Ze overvoerden mij met verhalen over boeren die hun oogst zagen mislukken, bijvoorbeeld door te veel of te weinig regen. Met als gevolg: kromme worteltjes, te kleine uien of fruit met een plekje. Ze vertelden dat een komkommer die krom is of een pompoen die te klein is, genadeloze het stempel ‘ongeschikt’ krijgt. Terwijl er met de smaak niets mis is! Er klonk boosheid in hun verhaal, maar ook een niet te stille honger naar actie. Ze gingen de strijd aan en hadden mij keihard nodig!
Natuurlijk wist ik wel dat consumenten het ietwat gehavend goed in de winkel links laten liggen. Consumenten willen puntgave schilletjes, keurige, kaarsrechte groenten en ze gruwen van ondermaatse maatjes. Telers kunnen dus niet anders dan een ‘mislukte’ oogst naar de soep- of sapfabrieken brengen waar alles tot pulp wordt gedraaid. Maar na een paar ontoereikende oogsten is de financiële nood soms zo hoog dat telers moeten stoppen. Want ja… de zon gaat nog altijd voor niets op, maar zonder een eerlijke prijs voor goed voedsel kan een een teler niet telen.
Dit gegeven bracht die jonge gasten op het idee om een nationaal leger van strijders tegen voedselverspilling op te richten: De No-Waste-Army. Inmiddels hebben ze al duizenden mensen om zich heen verzameld. Ze gaan gekleed in het groen en salueren als ze voor promotiemateriaal op de foto gaan. Ze organiseren serieuze missies en weten steeds vaker een gang naar de pureermachine te voorkomen.
Hoe dat gaat? Als een teler met een oogst blijft zitten, schakelt hij de No-Waste-Army in. De army koopt de oogst op tegen een eerlijke prijs en zoekt producenten die er langhoudbare producten van maken. Vier keer per jaar worden flinke dozen gevuld en door koeriers naar de deelnemende strijders gebracht. Zo’n box is één grote verrassing. Ik heb inmiddels de lekkerste dingen gegeten: worteltjeschips, pompoenpasta, citroensiroop, zeewierpesto; je kunt het zo gek niet bedenken. Natuurlijk liggen de kosten van zo’n doos wat hoger dan de prijzen in de winkel. Maar hé, ik ben nu een soldaat in een ideologisch leger en ik trek ten strijde tegen voedselverspilling. Dat mag iets kosten!
Dus als soldaat van een leger dat hard moet groeien, roep ik je hierbij op: “Word soldaat en join de ‘No-Waste-Army’.
Kijk voor meer informatie en aanmelden op: no wast army





