Verloren tijd

Ik ben best wel geordend al zeg ik het zelf. Administratie: pico bello op orde. Kledingkast: netjes opgeruimd. Huis: altijd wel aan kant en de huissleutels? Natuurlijk op een vaste plek! En dan tóch gebeurt het af en toe dat ik dingen kwijt ben. Zo kocht ik vorige week een plantje. Bij thuiskomst kon ik het nérgens meer vinden. Had ik het gewoon in de winkel laten staan. Of laatst, toen mijn zus mij een handige tas leende om wat boeken mee naar huis te nemen. Kon ik de tas nergens meer vinden toen ik hem terug wilde geven. Hoe kan dat nou voor iemand die zó ordelijk en precies is?

Nou weet ik ook wel dat het heel normaal is om af en toe iets kwijt te zijn. Daar hoef ik heus geen blog aan te wijden. Maar toch vind ik het altijd ongemakkelijk om iets kwijt te zijn; vooral als het iets bijzonders is.

Ken je dat gevoel dat je op een dag opeens tijd kwijt blijkt te zijn? Dat is zó onbehaaglijk. Je hebt geen idee wat er fout is gegaan. Alsof een insluiper een flinke hap tijd van je heeft gejat. Echt, dat voelt zó naar.

Het gebeurt mij regelmatig dat ik een stuk tijd kwijt ben. Als ik bijvoorbeeld op een druilerige zondagmiddag om een uurtje of 2 begin met het schrijven van verhalen en dan vervolgens nog even het internet afstruin op zoek naar andere mooie verhalen. Even hier kijken en lezen en daar nog wat opzoeken. Nog even wat administratie wegwerken. Het gaat allemaal in een heerlijke flow, zonder druk of haast. Totdat ik opkijk en zie dat buiten en binnen alles donker is geworden. De klok geeft genadeloos 19.00 aan. “Is het al zó laat?”, is dan steevast mijn verschrikte uitroep.

Ook op het werk heb ik regelmatig een ‘tijdgat’. Ben ik lekker aan bezig met een moeilijk verslag, hoor ik opeens een kerkklok half acht slaan. “Nee, is het al zó laat? Wie heeft deze keer mijn tijd gestolen?’

Ik ben dus regelmatig stukken tijd kwijt. Tot op de dag van vandaag begrijp ik eigenlijk niet goed hoe dat kan. Wordt de tijd nou écht van me gestolen of ga ik zo op in mijn bezigheden dat ik de tijd volkomen vergeet?

Dit fenomeen wordt overigens steeds erger naarmate ik ouder wordt. Als kind was ik nóóit tijd kwijt. Had ik eerder te veel tijd waardoor zondagen eindeloos lang duurden en supersaai waren. Nu kom ik chronisch tijd te kort.

‘Tijd’ is eigenlijk maar een raar iets, want feitelijk is het niets. Het is niet concreet, niet tastbaar, niet meetbaar. Het is niet meer dan een door mensen gemaakte afspraak. Maar het is uiterst kostbaar!

Ik wil tijd hebben, benutten en koesteren. Maar het is niet mijn sterkste kant om haar te bewaken. Regelmatig verlies ik de tijd uit het oog en dan ben ik haar gewoon helemaal kwijt.

Ik ga posters ophangen in de straat: ‘Verloren: kostbare tijd’.

Plaats een reactie