


Het schemert nog als ik om 6.15 uur mijn fiets pak. Ook bij de buren is iedereen al wakker. Jammerlijk babygekrijs heeft de slaap hier abrupt beëindigd. Met een duffe kop ijsbeert de buurman met de kleine op zijn arm door de kamer. Op de nok van het dak zingt een merel.
Het is zondagochtend. Een dag waarop ik – normaal gesproken – tot 10.30 uur in mijn bed lig. Ik hou van uitslapen. Maar vandaag niet. Vandaag spring ik in alle vroegte uit mijn bed. Ik plens ijskoud water in mijn gezicht en trek warme kleren aan. De buitenthermometer geeft 3oC aan en er staat ook nog eens een stevige, gure wind. Winterjas, muts en handschoenen.
Als ik de straat uit fiets, zingt de merel mij nog lang na.Verder is het helemaal stil op straat. Wie is er ook zo gek om op dit tijdstip van de dag op pad te gaan? Dat doe je toch alleen als je een vliegtuig moet halen of voor een vakantie naar Zuid Frankrijk rijdt? Maar dat is niet wat ik ga doen. Ik haast mij naar fietsknooppunt 13 in de Hooilandse Binnenvelden voor een ontmoeting met vogelaars. We gaan weidevogels spotten.
“Waarom zo vroeg?”, vroeg mijn zus toen ik haar over mijn weekendplannen vertelde. “Omdat de vogels gevlogen zijn als je een paar uur later komt”, was het simpele antwoord. Vogels spotten doe je bij het ochtendgloren. Als de vogels ontwaken laten ze zich het beste zien en horen. Of bij het vallen van de avond, als ze zich klaarmaken voor de nacht.
Ik wandel over de dam in de Hooilandse Binnenvelden. Een paar jaar geleden was het hier agrarisch gebied met van dat saaie Engels raaigras. Geen uitnodigend gebied voor flora en fauna. Maar grote stukken grond zijn teruggegeven aan de natuur. De resultaten zijn veelbelovend. Elk jaar zie je hier meer weidevogels; als trekvogel én als broedvogel. En ook de diversiteit aan planten, vlinders, libellen en andere kleine diersoorten wordt geleidelijk aan groter. Het is zeker de moeite waard om de prachtige documentaire over de Hooilandse Binnenvelden eens terug te zien.
Maar dat is voor een andere keer. Ik banjer nu dus door het drassige landschap waar de kieviten zich luidruchtig laten horen. Met duikvluchten verjagen ze fazanten die te dicht bij hun nest komen. De grutto’s zijn juist met elkaar in gevecht: het territorium moet afgebakend worden. In de opkomende zon kleurt hun borst nog dieper oranje. De graspieper hoor ik wel, maar hij laat zich niet zien. Hij houdt zich verstopt in het kruidenrijk blauwgras. Op een stevige rietstengel deint een rietgors op het ritme van de wind. De tureluur maakt zich druk; onnodig, maar hij doet zijn naam eer aan. Ik herken een vlucht witgatjes aan hun witte kontjes en karakteristieke vliegbewegingen. En hoog in de lucht zweven de blauwe en de bruine kiekendief, de sperwer en een smelleken op zoek naar muizen. Al zal de kiekendief het niet nalaten om de eerste kuikens van de kievit te verorberen zodra ze uit het ei komen. Ook de kiekendief is trouw aan zijn naam (kieken = kuiken).
Als ook de watersnip en de kleine plevier zich hebben laten zien, volgt het hoogtepunt van de dag. Een blauwborst zingt luidkeels in het dansend riet. Ik blijf staan, hopend dat dit eindeloos lang zal duren. Hiervoor kwam ik mijn bed uit.
Voor dit prachtige zondagochtendconcert!



Wat geweldig om die blauwborst te zien en te horen. Dat is zeker een hoogtepunt!
LikeLike