Romantische Straße

Ik heb altijd weerstand gehad tegen een vakantie in Duitsland. Duitsland staat voor mij voor ‘degelijk en oubollig’. Voor ‘een reisje langs de Rijn’ waar oude mensen vroeger van droomden. Zo’n Rijnreisje leek mij als kind het toppunt van saaiheid. Een kwalificatie die ik vervolgens maar heb toegekend aan het hele Duitse rijk. Duitsland is het land waar je pas vér na je pensionering wellicht een keer op vakantie gaat, maar zeker niet zolang je nog kiest voor avontuur en actie. Bovendien is de wijn niet te drinken en komt de Duitse keuken nog altijd aanzetten met Schnitzels en Bratwurst met friet.

En tóch plopte bij het maken van de vakantieplannen dit jaar opeens het idee op om te gaan fietsen op de romantische Straße. Vrienden waren er geweest en roemden de schoonheid van de route. “De romantische Straße móet je gewoon een keer doen”, was hun advies. “Met de auto, de fiets of te voet, maakt niet uit, maar doe de romantische Straße en geniet van de kleurrijke vakwerkhuizen in al die prachtige museumstadjes waar je vanzelf doorkomt als je de route volgt.” Met het pensioen in zicht ben ik overstag gegaan voor deze aanbeveling. Om het nog enigszins spannend te maken, heb ik een kampeervakantie gepland in het Zwarte Woud, maar daaraan voorafgaand fiets ik met de vriend een paar dagen over de romantische Straße.

Het plaatsje Feuchtwangen wordt onze uitvalsbasis. Van hieruit kunnen we een tocht naar het noorden en het zuiden maken. Met stadjes als Rothenburg ob der Tauber, Dinkelsbühl en Feuchtwangen zelf met hun eeuwenoude vakwerkhuizen, kleine, gezellige straatjes, talrijke Bierstuben en de lekkerste Bäckereien is romantiek verzekerd volgens de folders.

Nou ben ik zelf best een beetje romantisch, maar de vriend helemaal niet. Als we na een pittige tocht van klimmen en dalen aankomen in zo’n romantisch stadje weet hij niet hoe gauw hij na een halve liter van het lekkerste bier weer op de pedalen moet gaan staan. ‘Wat is er nou romantisch aan deze toeristische kneuterigheid?”, is zijn verweer als ik hem probeer over te halen om nog wat langer te blijven. En dus trappen we verder om ook het volgende stadje in een rotvaart te doorkruisen. Nee, de romantische Straße brengt de vriend op geen enkele manier in vervoering.

Maar de grootste anti-romantische climax is toch wel ons pension voor drie nachten. Bij aankomst op de eerste dag wachten de pensionhouders ons al op en dat blijven ze doen. Als we ’s morgens aan het Aldi-ontbijt zitten, komen ze er ‘gezellig’ bijzitten: pratend, pratend, pratend. Ik vang flarden op over brokkenpiloot Trump, over de AFD, Hitler, de janboel in de Nederlandse politiek en het slechte weer. Als we op pad gaan, willen ze weten waar we naar toe gaan. Als we terugkomen, vragen ze waar we geweest zijn en wat we gezien hebben. Constant zijn de pensionhouders aanwezig. Ze laten ons geen moment met rust. Op de kamer worden onze spullen verlegd, omdat dat opgeruimder staat.

Als ik ’s avonds met een pyjama aan mijn bed inkruip, kijkt de vriend mij met verbazing aan. “Ik ben bang dat hier camera’s hangen en dat ze toekijken”, is mijn verweer. In de veel te warme kamer kruip ik diep onder de wol om mij de hele nacht niet meer te laten zien of horen. De romantiek moet wachten op betere tijden. De romantische Straße is zeker de moeite van het verkennen waard, maar vergeet niet om kritisch te zijn op je overnachtingsadres.

Voor mij geen romantiek op de Romantische Straße!

2 gedachten over “Romantische Straße

Plaats een reactie