Over de brug komen

“Zwei Seniorentickets?”, vraagt de vriendelijke mevrouw aan de kassa. “Brauchen Sie ein Ausweis?”, reageer ik in mijn beste Duits. Maar dat is helemaal niet nodig. De mevrouw achter de kassa ziet zo wel wie de 65 is gepasseerd; geen Ausweis nodig.

In het Zwarte Woud in Duitsland bezoek ik twee locaties die mij hoog boven de toppen van het grote, donkere bos zullen brengen: das Baumwipfelphad und der Wildline. Een ervaring die volgens de folders ‘machtig mooi en vooral spectaculair’ zal zijn. Ik begin bij het Baumwipfelphad dat eigenlijk een ingenieuze uitkijktoren is met een hoogte van zo’n 40 meter. Een lang vlonderpad voert naar het begin van het ‘slakkenhuis’ om vervolgens alsmaar hoger en hoger te gaan.

Oben angekommen, bietet sich Ihnen ein spektakulärer 360-Grad-Blick über die endlosen Wälder und beeindruckenden Täler des Schwarzwalds.’

Indrukwekkend is deze uitkijktoren zeker! Eindeloos lang tuur ik op het hoogste platform over de groene boomtoppen. Zover ik kan kijken: bos, bos en nog eens bos. De uitkijktoren lijkt op de koepel van het Berliner Reichstagsgebäude met als verschil dat hier de wind door je haren waait en alles om je heen van het groenste groen is. Inderdaad: machtig mooi. De afdaling kan op twee manieren: gewoon op je gemak naar beneden kuieren of via een spectaculaire Rutschbahn. Inmiddels hoor ik weliswaar bij de senioren, maar ik kies voor…..

Een mooie wandeling door het bos brengt me bij de tweede attractie: die Wildline Hängebrücke met een spanwijdte van 380 meter, 60 meter boven de grond en met een maximale draagkracht van 600 personen. Nou heb ik behoorlijk last van hoogtevrees, maar diese Hängebrücke will ich unbedingt nehmen. Voorzichtig zet ik de eerste stappen op de brug. Das Hertz schlägt schneller mit jedem Schritt. Über mir is der Himmel. Unter mir nur Wald. Es kitzelt im Bauch, aber bald im ganzen Körper.

Kinderen huppelen voor mij uit. Geen benul van gevaar en al helemaal niet bang voor de angstaanjagende hoogte. Stoere mannen gaan luidruchtig en stampend over de brug. Springen bij het passeren plagend op en neer om de brug nog meer te laten schommelen. Vrouwen houden zich krampachtig vast aan de reling. Schuifelen vooruit en slaken onderdrukte kreetjes van angst. Ik doe stoer, stap stevig door zonder op of om te kijken, maar bij elke beweging van de brug draait mijn maag. Met een zucht van opluchting haal ik de overkant. Maar ik moet ook nog terug. Ik aarzel, draal, stel nog even uit. En dan besluit ik om héél langzaam terug te lopen en heel goed rond te kijken; alle angst ten spijt. Ik bewonder de mooiste wolkenluchten hoog boven mij. Ik richt mijn blik op de eindeloze verte. En ik kijk naar beneden; naar die donkere diepte onder mij. De folders liegen niet: het is machtig mooi én spectaculair. Bos, bos, bos. Overal bos. Zover je kunt kijken en nog veel verder dan dat.

Angstig komt een Duitse mevrouw de brug op geschuifeld. Vol ongeduld maant manlief haar om op te schieten. “Es wird noch viel beängstigender!”, ontneem ik de vrouw alle moed om door te gaan. Aan het einde van de brug wacht de vriend mij op. Natuurlijk was hij sneller en helemaal niet bang. “Zo je bent eindelijk over de brug gekomen”, constateert hij als ik terug ben bij het begin. Inderdaad: ik ben over de brug gekomen. Ein Gefühl, einfach unbeschreiblich. Das muss man einfach erlebt haben.

Maar dat is natuurlijk weer brochuretaal, al kan ik je zeggen: es war unglaublich schön!

Plaats een reactie