


Ik gaf er geen vijf centen voor. Voor dat Duitse dorpje Kniebis vlak bij Freudenstadt. De eerste keer dat ik dit gat doorkruiste, was het volledig uitgestorven. Vervallen, verlaten gebouwen, geen winkels, geen restaurants. Niet eens een cafeetje en geen mens op straat. Maar wel een kerk; dat dan weer wel. Nee, dit suffe dorp mag je meteen weer vergeten. Die naam alleen al.
En toch brengt een tweede wandeling me wéér naar Kniebis. In een wandelgids ontdek ik het Heimatpfad. De beschrijving is veelbelovend. De route begint in het dorp en voert dwars door het Zwarte Woud met een indrukwekkend uitkijkpunt op zo’n 940 meter hoogte. Onderweg een serie panelen met informatie over het beheer van het Zwarte Woud. Alles komt aan bod: de problemen in dit bos, de vogels, de planten, mossen, insecten. En ondertussen geniet ik van de mooiste kleuren nu het bos al een beetje richting herfst gaat. De paadjes zijn smal, maar uitnodigend. Overal schittert het fluoriserend groene mos en ook de paddenstoelen schieten uitbundig uit de grond.



De borden vertellen dat in de laatste jaren uitzonderlijk veel eeuwenoude bomen in het Zwarte Woud zijn gestorven. De oorzaak is bekend: de bomen halen een stofje uit de lucht, vooral uit nevel, dat ze opslaan en omzetten tot zuurstof. Maar dit proces vergiftigt de boom. De killer is geen virus of een insect, maar luchtvervuiling. Hoe triest is dat? En waar ‘de oudjes’ omvallen, krijgen jonge boompjes nauwelijks de kans om groot te worden. Net als bij ons vreten zwijnen en edelherten al het jong grut op. De bosbeheerders vechten tegen de bierkaai.



Ik stuit op een boom met een luikje met daarop de vraag: “Wer ist verantwortlich für den Schutz der Natur?” Wie het luikje opent, bekijkt zichzelf in de spiegel. Want ja: jij en ik zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de natuur. Sluit mooi aan bij mijn eerdere verhaal over: ‘Wij zijn natuur!’.
Aan het einde van de wandeling kom ik bij een AVIA tankstation. ‘Wat is daar zo bijzonder aan?’, hoor ik je zeggen. Nou het is een retro-tankstation; de Zündapp en de Puch staan nog bij de ingang. “Kommen Sie etwas näher und schauen Sie sich um”, zegt het meisje achter de balie. Ze maakt een gezellig praatje, terwijl ze een cappuccino bereidt en een flink stuk Schwarzwalder Kirsch aansnijdt. Dit tankstation is met recht een bezienswaardigheid. Als ik even later ook nog een blik werp in dat kerkje van Kniebis ontdek ik een mooie tentoonstelling met het thema ‘Probeer alles en behoud het goede!’ Kniebis: ik gaf er geen vijf centen voor, maar dit dorp heeft absoluut potentie.
Welkom in Kniebis.