Oerol (1)

Kriskrassend race ik op mijn fiets over het eiland. Van West naar Oost en weer van Oost naar West. De ene keer heb ik een stevige wind tegen en – iets minder vaak dan ik zou willen – heb ik een lekker windje mee. Ik ben deze week op Terschelling, het waddeneiland waar elk jaar om deze tijd Oerol wordt gevierd. En dit jaar ben ik er eindelijk, eindelijk eens bij. Oerol stond al jaren op mijn bucketlist, voor zover ik die al heb, en dit jaar gaat het dan toch écht gebeuren.

Er waait niet alleen een stevige wind op het eiland; ook door het festival is een frisse wind geblazen. Het moest dit keer allemaal anders: kleiner, digitaler met een groots aanbod op 3 centrale plekken in de plaats van overal op het eiland. Elk jaar schreeuwde de natuur harder om toch alsjeblieft gespaard te mogen worden in plaats van volledig overlopen te worden door hordes cultuurminnende toeristen.

En dus is Oerol dit jaar anders van opzet en vooral ook inclusiever. Alle genders en culturen worden tijdens het festival in deze zomer van 2023 nadrukkelijk omarmd en opgenomen in het programma. En dus luister ik naar Femi die wit wil zijn, omdat ze als vrouw van kleur nog maar al te vaak wordt uitgesloten. Hoor ik gendermonologen, uitgesproken door 5 jonge mensen die niet meteen op grond van hun uiterlijk, stem of gedrag in een hokje gestopt willen worden. Zie ik bont uitgedoste travestieten door de straten dansen. Luister ik naar de mooiste muziek uit Marokko, Syrië en Koerdistan en omarm ik de diepe klanken van de contrabas, terwijl mijn voeten wegzakken in het warme zand van het strand. ’s Avonds dans ik tot middernacht op de stampende beats van de 2 Iraanse DJ-broers die met hun muziek de wereld steeds verder veroveren. En ’s morgens luister ik naar de kleine liedjes van singer-songwriter Toverberg onder de zon die op dit vroege uur al aardig brandt. Ik bewonder experimentele kunstprojecten die diep verstopt zitten in de duinen. Kunst waar ik soms niets van begrijp, maar die betekenisvol moet zijn gezien de grootse verhalen die de kunstenaars er steevast bij vertellen. Ik raak verzeild in gloedvolle betogen over klimaatrechtvaardigheid en onze toekomst die somber is als we niet in actie komen. En ik val stil in bewondering bij het prachtige kunstwerk ‘De Streken’ dat is gemaakt als eerbetoon aan Joop Mulder, de man die Oerol ooit bedacht.

Oerol betekent ‘overal’ en dat is nou precies wat je tijdens Oerol niet voor elkaar krijgt: je kunt niet overal zijn: het is te veel, te mooi, te divers, te kleurrijk en vooral ook: te intens. En daarom besluit ik op de laatste dag van mijn verblijf op Terschelling een urenlange wandeling te maken. Dwars door de duinen en terug over het strand. Ik bewonder de vogels die af en aan vliegen om indringers te verjagen en hun jongen te voeren: de wulp, de zwaluw en de bruine kiekendief; wat zijn ze mooi! Ik geniet van de kleurrijke duinbloemen. Van de wind door mijn haren en de zon op mijn huid. En ik kom tot de conclusie dat de natuur veruit het meest indrukwekkende kunstwerk is. Verveelt nooit en is nooit te veel.

Oerol… overal!

Lees ook de andere verhalen uit de serie over Oerol: ‘Ik wil wit zijn’, ‘het Bos’ en ‘Geprolongeerd’

Plaats een reactie