Koolzaad

“Driehonderd-en-twee meter”, roept een oudere man achter mij als ik mijn fiets met veel moeite langs een wegversperring manoeuvreer. “Het is precies driehonderd-en-twee meter”, zegt hij nog maar eens als we allebei voorbij de versperring staan. “Hoe weet u dat zo precies”, vraag ik de oude baas. “Omdat ik van feiten en data hou”, is het logische antwoord. Op het stuur van zijn fiets prijkt een indrukwekkende fietscomputer opgesierd met een boeketje van granen en nog wat.

“Weet u wat dat is?”, vraag ik hem, wijzend op de sprietige tak met een soort dunne boontjes. Ik kampeer een weekje net over de Duitse grens en tijdens mijn fietstochtjes zie ik die rare plant op tal van plekken in de velden staan. Maar geen idee waar ik naar kijk. “Dat is koolzaad”, zegt de man. “Wordt tegenwoordig weer veel verbouwd, vooral hier in Duitsland. Prima tegenhanger voor de palmolieplantages, want die gaan alleen maar ten koste van de bossen. En een goed alternatief voor olijfolie, want ook die raakt in de problemen. Mijn vader teelde vroeger, in de oorlog, al koolzaad. Mocht niet van de Duitsers, maar hij deed het toch. Koolzaad is echt hét antwoord op een hoop problemen”, voegt hij er nog aan toe.

“Bent u soms bioloog?”, vraag ik; nieuwsgierig naar waar al deze kennis vandaan komt. “Nee, chemicus”, is het nuchtere antwoord, “Ik heb 40 jaar voor de klas gestaan om al die snotneuzen wat scheikundige kennis bij te brengen, maar het heeft niet veel geholpen, geloof ik. Een student van me, net van de opleiding, begon hier in Nederland een bollenkwekerij. Weet u hoe vervuilend dat is, zo’n kwekerij? Hij wilde zich niet aan de Nederlandse richtlijnen houden en verkaste het hele bedrijf gewoon naar Zuid-Afrika. Daar worden zijn bloemen opgekweekt door vrouwen die dat maximaal 10 jaar kunnen doen. Tegen die tijd hebben ze geen handen meer over van alle chemische rotzooi die aan de bloemen toegevoegd wordt om ze mooi te houden tijdens het transport en om ze bij ons 14 dagen in de vaas te kunnen zetten. Puur gif. Niets geleerd tijdens mijn lessen!”

“De wereld gaat naar de knoppen mevrouw,” vervolgt hij zijn betoog, “en de burger is het echte probleem. Alles moet meer, mooier, groter en luxer. We willen geen concessies doen mevrouw. Voor de consument is het beste nog niet goed genoeg. En ondertussen wordt er door gen-manipulatie van alles aangepast zonder dat we het weten. Tomaten, fruit… het is al lang niet meer wat het was. Zwaar gemanipuleerd en u hebt het niet in de gaten mevrouw. Ik ben chemicus dus ik heb Piet Adema deze week maar eens een brief geschreven dat hij de consument beter moet informeren over al dat gemanipuleer met ons voedsel. Haalt ook niets uit, want Piet wilde vroeger op school al niet luisteren, dus waarom zou hij dat nu wel doen?”

De man oreert nog even stevig door alsof hij weer voor een klas met onwillige pubers staat. Maar na een half uur vind ik het genoeg en stap op mijn fiets. “Vergeet niet te genieten vandaag”, roep ik naar hem als ik wegrij. “Ondanks dat we de vernieling in gaan, is er ook nog een hoop mooist te zien. Velden vol koolzaad bijvoorbeeld. Zo mooi!”

Eén opmerking over 'Koolzaad'

Geef een reactie op Mack Reactie annuleren