Oehoe!

Wat doet een mens op een koude winteravond in een pikdonker bos? Het is -2 en het miezert een beetje. En als ik al denk nog iets te kunnen zien bij het licht van de maan, dan heb ik mooi pech, want er is vanavond geen maan. Ik heb mij aangesloten bij een klein groepje natuurliefhebbers dat onder leiding van een gids op zoek gaat naar de bosuil in de bossen van het Renkums Beekdal. Want op deze koude januari-avond is de kans groot dat de bosuil zich zal laten horen. De baltstijd is immers in volle gang.

In de baltstijd lokken de mannetjes uilen met een luide roep het vrouwtje naar hun territorium. ‘Oehoe, oehoe’, hoor je dan. Wat zo veel betekent als: ‘kom naar huis, ik wacht op je’. Wist je dat uilen hartstikke monogaam zijn? Ze houden er weliswaar een vreemde samenlevingsvorm op na, maar dat neemt niet weg dat ze trouw zijn aan elkaar tot de dood hen scheidt. Buiten de balts- en broedperiode leven uilen volkomen solitair. Maar zodra er eieren gelegd moeten worden, gaan koppels luidroepend op zoek naar elkaar om samen voor het nageslacht te zorgen.

“Vanavond gaan we beslist geen uilen zien”, laat de gids bij voorbaat weten om teleurstellingen te voorkomen. “Door zijn perfecte schutkleuren kun je een uil overdag al niet van de boom onderscheiden dus in het donker gaat dat zéker niet lukken. Met een beetje geluk zien we de uil overvliegen, maar ook die kans is bijzonder gering. Waar een duif met veel lawaai van tak naar tak fladdert en zelfs een slechtvalk in de aanval het nodige lawaai maakt, is het geluidsniveau van een uil tijdens de vlucht zo goed als nul. Onmogelijk om hem te horen.

De uil is een roofvogel. Wist ik niet. Tot ik in een filmpje een uil op een prooi zag duiken. Mijn hemel wat een dreiging staalt dat beest uit met zijn donkere, priemende ogen, vlijmscherpe snavel en ijzersterke klauwen. Deze jager moet een nachtmerrie zijn voor elke muis of jong konijn.

Maar goed: de bangigheid even opzij gezet. We gaan op pad; het donkere bos in om dik twee uur struikelend en stuntelend allerlei smalle paden te volgen. Aanvankelijk zie ik geen hand voor ogen, maar na zo’n 10 minuten zijn mijn ogen gewend aan het donker en worden de contouren in het bos zichtbaar. Op diverse plekken houden we stil om geconcentreerd te luisteren of de roep van de bosuil ergens gesignaleerd kan worden. Maar het is stil in het bos. Doodstil. Een uur lang gebeurt er niets anders dan dat de gids ons steeds verder het bos in leidt. Zonder haar zou ik hopeloos verloren zijn; mijn weg terug nooit meer vinden. Maar ze is er en ik blijf bij haar in de buurt.

En dan opeens is daar onmiskenbaar de roep: Oehoe, oehoe. Eerst nog ver weg, maar het geluid komt dichterbij. En dan volgt ook het antwoord van het vrouwtje: iewie, iewie. OMG: dit is een magisch moment. Nee, niet historisch, maar magisch. Twee vogels die driekwart van het jaar in volkomen eenzaamheid leven, hebben elkaar weer gevonden en gaan paren. De een roept, de ander antwoordt en ik luister. Wat een geluid, wat een prachtige lokroep!

Zo stil mogelijk vervolgt de groep haar weg genietend van het aanhoudende Oehoe, iewie. Vanavond in deze donkere, koude winteravond is de bosuil nabij.

Oehoeeeeeee

3 gedachten over “Oehoe!

  1. Uilen zijn stealth straaljagers. Zelfs hun oren zitten op ongelijke hoogte om een geluid exact te kunnen lokaliseren. En ogen als nachtkijkers. Vele malen beter dan die van een kat. Hele bijzondere dieren.

    Like

Plaats een reactie