Prikangst

Het is geen kleinzielig mannetje die vriend van mij. Integendeel. Met gemak maakt hij zware fietstochten in de bergen en zeurt dan zelden tot nooit over de spierpijn die zijn benen geselt. En als hij een flinke hoofdpijn heeft, hoor je hem niet klagen. Zelfs als hij geveld wordt door de griep zeurt hij niet. En dat is best bijzonder voor een man. Nee, die vriend van mij is een bikkel als het om ongemak en pijntjes gaat.

Maar heel anders wordt het als deze kanjer langs de huisarts moet voor een prikje. Dan wordt hij onrustig; zelfs wat zenuwachtig. Bij voorbaat laat hij nadrukkelijk weten dat hij beslist niet kijkt als die akelig, grote, dikke naald meedogenloos in zijn arm priemt. Bij het idee alleen al ontstaat de neiging tot flauwvallen. Eenmaal bij de prikmevrouw gaat hij al zitten voordat ze hem daartoe heeft uitgenodigd. En de vriend die normaal gesproken echt geen kletskous is, ratelt nu aan een stuk door. Alles om zich maar niet bewust te zijn van het moment dat die afschuwelijke prik gezet gaat worden.

“Vind je dat het pijn doet?”, heb ik hem al diverse keren gevraagd. Maar nee, echt pijn doet het blijkbaar toch ook weer niet. “Ben je bang dat de naald te diep gaat en er aan de andere kant weer uitkomt?” Maar nee, ook dat is niet het geval. De vriend weet heus wel dat die prikmensen routiniers zijn. Ze doen de hele dag niets anders. Dus ja, wat stelt zo’n prikje nou eenmaal voor? Het is in een fractie van een seconde gebeurd. Meestal heb je meer last nadien dan van het moment zelf. De aangeprikte plek kan nog wel eens beurs aanvoelen of een arm kan een paar dagen stijf zijn. Maar die ongemakken zijn volgens de vriend gemakkelijk te dragen.

Nee, het is de prik zelf. Gewoon dat éne moment. Dát boezemt angst in. Dát maakt dat de handen klam worden, de rug gaat zweten en het gezicht bleek wordt. Dat ene moment waarop de naald – hoe dun dan ook – door je huid glijdt. Dat onomkeerbare, ultrakorte moment van totale afhankelijkheid waarop je maar moet vertrouwen dat de prikmevrouw het goed doet.

Dit moment heeft een naam en zelfs een therapie. Het is prikangst. Je kunt er vanaf komen. Maar zó groot vindt de vriend het probleem nou ook weer niet. Hij gaat toch geen therapie volgen voor één enkel prikmomentje per jaar. Dat gaat hem echt veel te ver. En dus komt het iedere keer weer terug.

Prikangst. Kent u dat gevoel?

Eén opmerking over 'Prikangst'

  1. Nee. Ik ben ook niet kleinzerig, maar alleen als ik weet dat het iets tijdelijks is en weer volledig herstelt. Dan kan ik veel hebben. Maar onbekende pijntjes, daar word ik onrustig van. Of ouderdomsklachten die niet meer overgaan.

    Like

Plaats een reactie