


Natuurlijk: het is niet écht meer de tijd van het jaar. In september zijn de meeste vogels al weer aan de grote trek naar hun volgende land van bestemming begonnen. Dus het voornemen om tijdens mijn rondreis door IJsland vogels te gaan spotten was eigenlijk niet meer dan ‘wishfull thinking’. Maar de beschrijving in de reisgids was zo aantrekkelijk. Zo liggen in het kleine vissersplaatsje Djupivegur prachtige rotsformaties; dé ideale verblijfplaats voor honderden, nee duizenden, broedende vogels. ‘Vogelrotsen’ worden ze genoemd. Dé place to be als je van vogels houdt.
En dus pak ik mijn rugzak in met de nodige proviand, verrekijker en fototoestel. Trek ik warme kleren en stevige wandelschoenen aan en ga ik op pad. ‘Een redelijk goed begaanbaar pad zal mij langs de rotsen leiden waardoor ik naar hartenlust kan genieten van al het vogelmoois’. En als ik de gids mag geloven ga ik nu ook dat vrolijke vogeltje met zijn knaloranje snaveltje, dikke wangen en flappoten zien. De papegaaiduiker: zó leuk!
Ik loop, ik klauter. Ik doorwaad stroompjes. Spring van de ene kei op de andere, daal en stijg, verschans mij in vogelhutten en zet mij neer op een rotsblok en wacht en wacht. Ik zie veel: indrukwekkende bergen met op de toppen hun eeuwige sneeuw. Kleurrijke mossen, zacht en dik. Piepkleine veldbloemen nog even in de bloei. En talloze schapen en IJslandse paarden. Maar de beloofde vogels laten zich niet zien. Jawel, de koperwiek poseert eventjes voor mijn lens en ook de raaf is de beroerdste niet. Een koppeltje wilde zwanen glijdt roerloos door het kraakheldere, ijskoude water. Hun roep lijkt meer op de blaf van een oude hond dan op het geluid van een sierlijke vogel. En eenden zijn er ook nog genoeg in diverse soorten en maten. En natuurlijk de meeuwen, heel veel meeuwen. Even meen ik zelfs een roodkeelduiker te ontwaren, maar slechts zó kort dat ik ook weer onmiddellijk aan mijn waarneming twijfel.
Ik geniet ontegenzeggelijk en de wandeling is een sportieve uitdaging, maar met ‘vogels spotten’ heeft het weinig van doen. Als troost kan ik nog nét voor sluitingstijd in de enige winkel van het havenstadje een pluche papegaaiduiker kopen. Zó leuk: die zet ik vanavond in mijn bed.
Over IJslands vogels kan ik voorlopig alleen maar dromen.



Lees ook de andere verhalen over IJsland: Man en paard, IJslandse boerin en Land van vuur en ijs