Doperwt

“Zijn er nog tuinbonen?”, vraag ik de mevrouw bij de plaatselijke groenteboer. Ik sta voor een lege kist waar nog precies één tuinboon in ligt. Daar kan ik natuurlijk geen maaltijd van maken. “Die tijd is voorbij”, zegt de mevrouw. “Verse tuinbonen zijn voorlopig niet meer te krijgen. Maar waarom probeer je niet eens de verse doperwten. Ze komen uit Frankrijk, dus dat is goed.” De groentemevrouw weet dat ik bij voorkeur groenten uit eigen land eet. Als iets niet voorradig is, beperk ik mij zo veel mogelijk tot de Europese landen. Sperzieboontjes uit Senegal komen bij mij niet op tafel en ik eet ook geen appels uit Chili. Maar nu gaat het dus over doperwten uit Frankrijk: dat kan.

Toch kom ik niet meteen in actie. Want weet je wat het is? Ja, ik schaam me dood. Het is echt te gek voor woorden. Je kunt het eigenlijk niet geloven. Ik weet dus helemaal niet hoe een verse doperwt eruit ziet. Ik ken alleen die leuke, kleine rolmietertjes die zo gezellig achter glas zitten. Ik moet gewoon de groenten van Hak hebben. Nog nooit heb ik verse doperwten gekocht, klaargemaakt of gegeten.

“Ze liggen hier voor je”, laat de groentemevrouw me weten. Ze wijst op de twee grote kisten met bonen die wel heel erg veel lijken op de eerder gevraagde tuinbonen. “Je moet er goed veel van nemen, want na het doppen blijft er maar weinig van over.” Ik voel me echt een stadse nerd die nauwelijks weet waar voedsel vandaan komt. “Hoe gaat dat doppen?”, vraag ik een beetje schuldbewust, want ik weet het écht niet. Ze laat het me zien. Met haar nagel scheurt ze een boontje open en daar zitten ze: zes bolletjes op een rij. “Hoe maak ik ze klaar?”, is de volgende vraag. “Je kunt ze rauw eten bijvoorbeeld in een salade of even kort blancheren.” En terwijl de mevrouw nog meer bereidingsmethoden opsomt, haal ik een erwtje uit de schil. Het smaak heerlijk: een klein, stevig smaakbommetje.

“Als je er nou ook nog een paar worteltjes bij kookt, wat aardappeltjes opbakt en bij de visboer hier om de hoek een lekkerbekje haalt, heb jij vanavond een heerlijk maaltje”, besluit de mevrouw haar betoog. Ik neem deze welkome tip direct over en vul een grote zak met doperwten. Thuis sla ik aan het doppen; de vriend helpt mee. Zo ouderwets gezellig. Nu ik weet waar de doperwt vandaan komt, kan ik nooit meer zonder medelijden kijken naar al die erwtjes achter glas of in een blik.

Voortaan dop ik mijn eigen boontjes.

2 gedachten over “Doperwt

Geef een reactie op Rob Alberts Reactie annuleren