Voor de eerste keer dit jaar maak ik weer eens een lange fietstocht. Het voelt als een verrijking van mijn beperkte activiteiten, want naast de vele korte en langere wandelingen van de afgelopen maanden kan ik nu eindelijk ook weer de heerlijke fietstochten aan het programma toevoegen.
Het is vandaag zomers warm en overal is het een drukte van belang. Iedereen wil naar buiten en als de terrassen nog niet open mogen, zoeken we wel een plek aan het water of in het gras. Na flink wat kilometers in de nog onwennige benen verlang ik naar een coffee to go. Maar ondanks de drukte en de zonovergoten dag kom ik op mijn route niet één horecaondernemer tegen die zich vandaag aan deze kleine verdienste waagt. Gelukkig heb ik mijn bidon gevuld met water en smaakt een hartig crackertje met banaan ook prima. Zittend op een steen geniet ik van mijn ‘luxe’ oponthoud. Maar kijk nou! Wat een gotspe: rondom de grote kei in het sappige, groene gras, waar de eerste voorjaarsbloemen al driftig hun best doen om gezien te worden, is het één grote rotzooi. Mondkapjes, plastic flesjes, blikjes, sigarettenpeuken, mandarijn- en bananenschillen. En nog veel meer!
In een reflex begin ik de zooi te verzamelen om vervolgens met volle handen te constateren dat er in geen velden of wegen een prullenbak is te vinden. Waar kan ik deze troep nou toch laten? Meenemen op mijn racefiets is geen optie. Dus kan ik niet anders dan alles op een hoopje weer terugleggen naast de grote zwerfkei.
Maar daar is – geheel onverwachts – de redding. Een hardloper in felgroen shirt komt mijn kant op gerend met in de ene hand een plastic zak en in de andere hand een grijpstok. Vliegensvlug prikt hij alle rotzooi aan zijn stok om het nog sneller in de plastic zak te laten verdwijnen. De zak is al behoorlijk gevuld dus de hardloper sjouwt aardig wat gewicht met zich mee. Maar dat lijkt geen enkel probleem, want hup… weg is hij al weer. Ik roep hem na met een welgemeend: “Super! Dank je wel!” Ik ben diep onder de indruk van deze moderne milieuactivist die het aangename (hardlopen) met het nuttige (andermans rotzooi opruimen) moeiteloos weet te combineren. ‘Laat niet als dank voor het aangenaam verpozen, de natuur uw schillen en uw dozen’, hoor ik in gedachten een oude reclameboodschap van de ANWB.
Bij thuiskomst vind ik de Kampioen, het maandblad van de ANWB, op mijn deurmat. En laat nou dit ‘aangenaam verpozen en het opruimen van de schillen en de dozen’ ook voor de redactie van de Kampioen een belangrijk item zijn. In dit nummer laten ze ook even zien dat het ‘sporten en opruimen’ inmiddels een hele nieuwe rage is geworden die zelfs al een naam heeft: ploggen.
Al zwervend door de natuur, wandelend, fietsend of hardlopend, andermans rotzooi verzamelen, is natuurlijk heel lovenswaardig, maar best ook wel een beetje raar. Als we nou eens niets meer weggooien, maar gewoon alles weer mee naar huis nemen! Die sporters bedenken wel weer iets anders om hun trainingsrondjes uitdagender te maken.

Laat niet als dank voor uw aangenaam verpozen, de natuur de schillen en de dozen.