De duif. . . deel 2

“Wat ligt daar nou onder in de bak?” vraag ik me hardop af. Ik heb een paar uur in de tuin gewerkt; al het dorre blad weggehaald en genoten van de dappere plantjes die ondanks de overvloed aan regen toch weer boven de grond uitschieten. Het zal niet lang meer duren of alles barst open. Ik heb samen met de vriend van kastanjepalen een prachtige klimopboog gemaakt, omdat het krakkemikkig ding dat ik eerder had gekocht al bij de eerste de beste windvlaag volledig plat lag. En ik heb zelfs de neiging gehad om al wat voorjaarsbloeiers te gaan kopen, maar daar was de vriend het niet mee eens. Want februari kan dan wel de warmste maand ooit zijn, zolang de IJsheiligen nog niet gepasseerd zijn, kan er altijd nog een nachtvorstje komen en vriest al het kwetsbaar goed meteen weer kapot. Eigenlijk was hij het er ook niet mee eens dat ik het dorre blad nu al weghaalde, maar ja ik ben van het type ‘ongeduld en aanpakken’.

Maar nu is alles klaar en kan ik de boel weer opruimen. Groencontainer volgooien, tuingereedschap in de grote bak. Maar hé… wat ligt daar nu op de bodem van de bak? Het lijkt wel een duif. Een dode duif wel te verstaan. Snel ruim ik de bak leeg en leg hem op zijn kant. En dan rolt er inderdaad een dode duif uit de bak. Ooit een pracht exemplaar, maar nu een verfomfaaide, verdroogde vogel. “Wat is hier nou zo bijzonder aan?”, zul je zeggen. Die duif is gewoon de overkapping in gevlogen, op de rand van de bak gaan zitten, erin gedonderd en verstrikt geraakt in het tuingereedschap.

Aannemelijk, maar het ligt iets anders, ontdek ik al gauw. Want de duif is geringd en het nummer komt overeen met het nummer van de duif die eerder in de overkapping zat. Een wedstrijdduif, een topduif, die na een vlucht van honderden kilometers uitgeput was geraakt en in de overkapping naar adem zat te snakken. De vriend had het beestje indertijd op krachten geholpen met rijst en water, een veilig hokje voor hem gemaakt en alle moeite genomen om de eigenaar op te sporen die volgens hem meteen zou komen om zijn juweeltje op te halen. Maar de eigenaar reageerde nogal laconiek toen de vriend hem uiteindelijk aan de lijn kreeg: “Laat hem over een paar dagen maar vrij, die komt vanzelf wel naar huis.”

En na een paar dagen liet de vriend de duif weer vrij; uitgerust en aangesterkt. Maar het beestje was dus helemaal niet linea recta naar huis gevlogen. Hij was terug gekomen, naar ons, de mensen die hem zo liefdevol hadden verzorgd. Misschien was hij toch nog niet sterk genoeg geweest. Wilde hij nog even rusten op de rand van de bak en is er toen in gedonderd en verstrikt geraakt in het tuingereedschap. Misschien heeft hij nog wat gekoerd: “roekoe, roekoe.” Zachtjes om hulp gesmeekt, maar heb ik het niet gehoord.

En nu is de duif dood. Hartstikke dood. De duif is dood.

Lees ook het eerste verhaal over De duif.

Eén opmerking over 'De duif. . . deel 2'

  1. Oh wat een triest verhaal .Terwijl het beestje juist geholpen was.Maar het dan als nog zo afloopt .Maar je hebt jou uiterste best gedaan 🍀

    Like

Plaats een reactie