Het zakmes

Voor de tweede keer die nacht gaat hij zijn bed uit. Hij kan de slaap niet vatten; heeft zin in een appeltje. Maar een appeltje moet geschild worden en dus heeft hij zijn zakmes nodig. Hij heeft altijd een mes op zak gehad; een Zwitsers zakmes, want daar kun je een heel eind mee komen. Zijn kinderen plaagden hem er wel eens mee. “Waar zou ons pap zijn zonder zijn Zwitsers zakmes”, zeiden ze dan als hij tijdens een fietstocht door de bossen op een boomstronk ging zitten om voor het hele gezin een paar appeltjes te schillen. En dan was steevast zijn antwoord: “Een echte verkenner heeft een scherp mes op zak.” En zo is het altijd geweest; tot een paar weken geleden dan.

Sinds hij hier in dit rare huis woont met al die oude, hulpbehoevende mensen is hij zijn zakmes kwijt. Hij heeft zijn hele kamer al overhoop gehaald. Hij is zelfs op een stoel geklommen om boven op de kast te kijken, maar het fijne zakmes is nergens te vinden. Hier in huis lopen van die meisjes die boos worden als hij zo aan het zoeken is. Dan praten ze op betuttelende toon tegen hem “dat hij niet zo’n rotzooi mag maken en al helemaal niet op een stoel mag gaan staan.” Maar geen mens komt op het idee om hem te vragen waar hij toch zo naarstig naar op zoek is.

“Deze nacht gaat hij maar eens buiten zijn kamer zoeken, want het zakmes kan natuurlijk ook gestolen zijn. Maar juist als hij de kamer van die vervelende mijnheer Roberts binnen wil gaan, komt er weer zo’n meisje aan. “Wat bent u aan het doen?”, vraagt ze op bitse toon. “Ik zoek mijn mes”, zegt de oude heer naar waarheid. “Messen zijn hier verboden, dat weet u toch. Een mes is veel te gevaarlijk. U zou iemand pijn kunnen doen.” En met een dwingende hand in de holte van zijn rug begeleidt ze hem terug naar zijn kamer.

‘De heer was wederom op zoek naar een mes en is daarmee mogelijk een gevaar voor zichzelf of voor de andere bewoners’, leest de dochter de volgende morgen in het digitale zorgdossier van haar vader. “Papa is op zoek naar zijn mes. Dan moet er een appeltje geschild worden”, denkt de dochter. Zij weet dat er écht niet meer risico achter deze zoektocht schuilgaat. “Maar ik heb zijn zakmes bij de verhuizing meegenomen, omdat messen volgens de huisregels absoluut verboden zijn”, roept de dochter hardop uit.

Snel belt ze naar het huis waar haar vader verblijft en geeft de verzorgende de volgende instructie: “Als mijn vader weer gaat zoeken, geef hem dan een mesje en laat hem lekker een appeltje schillen. Zo is hij dat gewend. Je hoeft niet bang te zijn. Mijn vader wil écht alleen maar een appeltje schillen. Grote kans trouwens dat – als je even naast hem gaat zitten en een praatje maakt – hij jou ook een paar partjes toestopt. Ons pap deelde zijn appeltje altijd met ons. Geniet van dit gezellige momentje en zeg daarna dat je het mes goed voor hem zult bewaren. Zorg dat je maatjes met hem wordt en hou op om in zijn zoektocht ook maar enig kwaad te zien. Mijn vader is een verkenner. En een verkenner blijf je óók als de dementie je te pakken heeft.”

Een pleidooi voor alle vaders met dementie die zo graag zichzelf willen blijven.

Lees ook de andere verhalen uit de serie ‘De dingen die voorbij gaan‘: (G)een plaats voor jou De piraatGrad van Grada van de MunsteegTot de dood ons scheidt Een goed verhaalHangplek voor ouderenAlles onder controleStroopwafelStapelboterhammenEngelengeduldKledingadviezenPraatkatje

3 gedachten over “Het zakmes

  1. Ik vind het gruwelverhalen. Niet de gebeurtenis an sich, maar het feit dat je zo je zelfstandigheid kan verliezen en afhankelijk wordt van verzorgers die jou zien als hun werk.

    Like

Plaats een reactie