(G)een plaats voor jou

Het is al 19.00 uur geweest als ik eindelijk mijn laptop dichtklap. Hoog tijd om naar huis te gaan. Maar dan hoor ik iemand snikken. “Wat krijgen we nou!” denk ik als ik de deur van mijn kantoor open en mevrouw Donkers op een bankje in de hal zie zitten. Ik ga naast haar zitten en vraag zachtjes wat haar zo verdrietig maakt. Mevrouw Donkers woont sinds 3 weken bij ons in het zorgcentrum. Ik heb haar nog niet gezien bij de vele activiteiten die in dit huis georganiseerd worden. Maar vandaag had ze besloten om mee te doen met het riktoernooi, want voorheen rikte ze ook altijd samen met haar man. Ze waren een goed team. Sinds zijn dood, nu bijna een jaar geleden, heeft ze de speelkaarten niet meer aangeraakt. Zonder haar maatje was er niets meer aan.

Maar vanavond zou ze dus meedoen. Ze moest hier toch nieuwe vrienden maken anders zou het nooit wennen. Tot haar grote schrik werd ze echter bij elk tafeltje waar ze vroeg om aan te mogen sluiten resoluut geweigerd. “Nee, wij hebben ons vaste groepje.” of “Deze stoel is bezet.” of “Nee, je mag geen stoel aanschuiven. We hebben geen pottenkijkers nodig.” En zo ging het maar door. In de plaats van dat ze welkom werd geheten, werd ze overal als een straathond weggestuurd. “Het voelde net als vroeger op school. Oude mensen zijn nog erger dan kleine kinderen!”, snikt mevrouw Donkers hartverscheurend. Ik ben met stomheid geslagen. Oude mensen die elkaar jennen en uitsluiten? Dit kan en mag toch niet! “Maar het gebeurt wel”, zegt mevrouw Donkers bedroefd.

Mijn plan om naar huis te gaan, schuif ik resoluut aan de kant; hier is werk aan de winkel. “Zullen we samen teruggaan en dit achterlijk gedoe bespreekbaar maken?”, stel ik voor. Maar de oude dame heeft geen zin om terug te gaan naar die pestkoppen. “Dan ga ik alleen”, laat ik haar weten en met een bonzend hart van boosheid ga ik naar de recreatiezaal waar het riktoernooi al van start is gegaan. Ik pak de microfoon en deel mee dat de competitie per direct is beëindigd; we hebben belangrijkere zaken te bespreken. “We moeten het hebben over pesten”, laat ik de groep van 60 ouderen weten. Gemopper stijgt op uit de zaal, maar ik ben onvermurwbaar.

Op de man af vraag ik aan verschillende bewoners waarom zij iemand doelbewust uitsluiten? Waarom ze niet het goede voorbeeld kunnen zijn voor hun kleinkinderen? Het duurt lang tot ik het gezelschap op het goede spoor heb, maar na een half uur voel ik dat er iets geraakt wordt. Er komen persoonlijke verhalen. Een man van 85 vertelt hoe bang hij is om af te takelen; om die reden wil hij zich alleen omringen met vitale senioren. Een mevrouw vertelt dat zij steeds meer vergeet en juist daarom zijn mensen met dementie té confronterend voor haar. Een ander vertelt hoe moeilijk het is om steeds weer vrienden te verliezen. We praten nog een hele tijd door en maken de afspraak dat dit moeilijke onderwerp de komende tijd alle aandacht krijgt. Maar óók dat het riktoernooi nog deze week opnieuw gespeeld mag worden en dat iedereen mee mag doen.

Als ik om 21.30 uur opnieuw mijn tas pak, wordt er op de deur geklopt. “Niet weer”, denk ik inmiddels hongerig en doodmoe. Mevrouw Zevers stapt naar binnen. “Ik wil mijn excuses aanbieden”, zegt ze schuldbewust. “Ik was een van die mensen die mevrouw Donkers zo lelijk wegstuurde. Ik schaam me dood. Zou u met mij mee willen gaan? Ik wil ook tegen mevrouw Donkers zeggen dat het mij spijt, maar ik durf niet zo goed.” Ik leg mijn tas weg en samen gaan we op pad. Het wordt een bijzonder gesprek tussen de dames; vol bekentenissen, tranen en begrip. Maar als mevrouw Donkers uiteindelijk vraagt of iemand trek heeft in een slaapmutsje durf ik met een gerust hart afscheid te nemen.

Wat een avond. Wie ooit dacht dat pesten alleen onder jongeren gebeurt, weet nu dat het anders is. Ook ouderen kunnen heel gemeen zijn naar elkaar. Dus zelfs in de herfst van het leven moeten we dit onderwerp blijven bespreken. Omdat niemand, maar dan ook niemand uitgesloten mag worden; nergens, nooit.

Dit verhaal speelt zich af in een zorgcentrum voor ouderen waar ik op dat moment de leidinggevende ben. Omdat pesten onder ouderen heel veel voorkomt is door het Ouderenfonds een pestprotocol opgesteld.

Lees ook de andere verhalen uit de serie ‘De dingen die voorbij gaan‘: De piraatGrad van Grada van de MunsteegTot de dood ons scheidt Een goed verhaalHangplek voor ouderenAlles onder controleStroopwafelStapelboterhammenEngelengeduldKledingadviezenPraatkatje

4 gedachten over “(G)een plaats voor jou

  1. Dat heb je uitstekend aangepakt. Zó moet het!!! Niet wegkijken van dit soort dingen uit gemakzucht en denken dat dit nare (groeps)gedrag vanzelf wel over gaat. Dat gebeurt namelijk nooit, het wordt alleen maar erger, want er is geen correctie. Er zullen heus wel mensen bij zijn, die dit soort zaken niet goedkeuren maar die durven misschien niet tegen de groep op te treden.

    Like

Geef een reactie op Myra Reactie annuleren